zondag 24 april 2011

Kabouter Christiaan Cornelis en Meneer Paashaas

Hallo. ik ben kabouter Christiaan Cornelis. Maar je mag me ook wel Kabouter Chris noemen hoor. Heb je zin om mee te gaan op avontuur? Ik woon in een mooi groot kabouterbos samen met mijn papa, mama en mijn kleine broertje. We hebben een heel mooi huis. Een rode paddenstoel met witte stippen.

Er zijn twee soorten verhalen van het Paasfeest. Het ene verhaal gaat over God. Hij wordt opgehangen aan het kruis en is niet meer op de wereld en een paar dagen later is Hij weer levend.
Het andere verhaal ga ik jullie nu vertellen, want die gaat over Meneer Paashaas. En daar bestaan vele verhalen over. En daar is dit er 1 van.

                                                    

Op een dag toen Kabouter Christiaan Cornelis aan het buiten spelen was kwam er een haas met een mand eieren voorbij lopen. “Goedemorgen Meneer. Wat doet u nou met de eieren van mevrouw Kip? Zitten daar geen kuikentjes in? En waarom zijn ze allerlei kleurtjes? Goedemorgen kind. Deze eieren heb ik van mevrouw Kip gekregen. Die heeft ze speciaal voor vandaag bewaard en nee, daar zitten geen kuikentjes in. Wat is er vandaag zo speciaal dan? En waarom zijn ze gekleurd? Mevrouw Kip en haar vriendinnen en mijn vrienden de hazen en ik hebben deze gekleurd en versierd. We gaan ze namelijk verstoppen in de tuinen zodat iedereen leuke versierde eieren kan vinden. Dit om te vieren dat het Lente is. O, dat wist ik helemaal niet. En waar worden de eieren versierd en gekleurd? Deze worden klaar gemaakt op de werkplaats van de kippen en hazen. Zal ik je de werkplaats laten zien? Ja leuk meneer Haas.”

Vlug vroeg Kabouter Christiaan Cornelis aan mevrouw Vlinder of ze tegen moeder wilde vertellen dat hij even naar de werkplaats van de hazen ging. Anders werd moeder namelijk maar ongerust. Natuurlijk wilde mevrouw Vlinder dit wel even doorgeven aan de moeder van Kabouter Christiaan Cornelis.

                                                  





Daar aangekomen………

“Wauw, wat zijn dat veel eieren meneer Haas. Nou eigenlijk heet ik meneer Paashaas. De andere hazen die jij wel eens ziet zijn wel vrienden van mij, maar geen paashazen. Er zijn in dit bos maar 15 paashazen en een heleboel gewone hazen en konijnen. Dat wist ik ook helemaal niet meneer Paashaas.

                                  
                   

En wat versieren jullie ze mooi. Ik durf het bijna niet te vragen, maarrre, mag ik ook eens proberen meneer Paashaas? Maar natuurlijk mag dat. Als je even een schort wil aandoen zodat je kleren niet vies worden mag je het van mij proberen.”

En daar stond Kabouter Christiaan Cornelis dan. Eieren  verven met de paashazen en de kippen. Hij had dit nog nooit gedaan, maar hij vond het ontzettend leuk. En van meneer Paashaas mocht hij het ei wat hij zelf geverfd en versierd had nog mee naar huis nemen ook. Eenmaal thuis gekomen wilde hij alle eieren gaan verven die er in huis waren. Nadat moeder de eieren eerst gekookt had mocht Kabouter Christiaan Cornelis eieren verven. Samen met Basje en moeder. Al was zijn broertje meer zichzelf aan het verven dan de eieren.

                                                           


Tot de volgende keer met een nieuw avontuur van Kabouter Christiaan Cornelis!

zaterdag 16 april 2011

Bradley en Rosa

Op Verjaardagsvisite

Bradley en Rosa waren uitgenodigd op de verjaardag van een vriendje. En ze moesten verkleed komen als Indianen, want het was een Indianenfeestje.

                                                   
“Mama, wat moeten Bradley en ik nou eigenlijk aan doen op dat feestje? Ik weet namelijk niet eens hoe een Indiaan eruit ziet. Nou Rosa, dan gaan we eens even kijken op internet en in de boeken hoe ze eruit zagen. Bradley, heb jij misschien een idee hoe de Indianen eruit zagen vroeger? Ze hebben altijd veren op hun hoofd. En ze wonen in een soort tentje volgens mij. Heel goed Bradley. Die verenhoed op het hoofd heet een hoofdtooi en die tent waar ze in slapen heet een tipi of wigwam. En ze rijden op een paard he mama. Inderdaad Rosa, ze rijden op een paard. Is er ook een soort baas van de Indianen mama. Ja, Bradley en die baas van de Indianen is een Indianenkoning. Ze worden opperhoofd of Stamoudste genoemd. En de Indianen hebben ook een vredespijp. Weten jullie waar die voor is? Nee mam, vertel. Een vredespijp roken de Indianen om te zorgen dat er vrede onder de stam bleef. Tijdens het vullen van de pijp zei men een gebed in alle vier windrichtingen, maar ook richting moeder aarde en vader hemel. Wat mooi mam. Kunnen wij dat hier ook een keertje doen? Natuurlijk kinderen, dat gaan we nog wel en keertje doen.

                              
Willen jullie nog meer horen over de Indianen? Ja mam. Graag. Nou hel kort dan, anders komen jullie te laat op het feestje. Als jij iets wil vertellen aan tante Alicia en ze is er niet, hoe doe je dat dan? Dan schrijf ik een brief of ik pak de telefoon. Inderdaad Rosa. Weet je hoe de Indianen dat deden? Nee mam, vertel. Oke dan Bradley.
De rook wordt gemaakt door een vuur te bedekken met een deken, en die vervolgens snel te verwijderen, zodat er met tussenpozen een korte of lange rookpluimkan ontsnappen. Door nat gras te gebruiken wordt veel rook geproduceerd. Ook door te zwaaien met rokende takken kan een rooksignaal worden gemaakt. De meeste rooksignalen hadden maar één rookpluim. Een lange rookpluim gaf het signaal aan dat de groep zich moest verzamelen. Een korte opstijgende rookwolk wilde zeggen dat er een vijand in het kamp was. Veel korte wolkjes betekende dat de vijand met velen was en goed bewapend.
                                            

Zo genoeg over de Indianen. Ik ga jullie helpen je klaar te maken voor het feestje.”
Rosa en Bradley vonden het erg leuk om zoveel te horen over de Indianen. Maar ze hadden ook heel veel zin om naar het feestje te gaan. Op het feestje hebben ze allemaal leuke dingen gedaan. Ze hebben met elkaar een wigwam gemaakt van lakens. Ze zijn geschminkt als Indianen en hebben een snoepvredespijp gemaakt en opgegeten. Ze hebben ook een Indianennaam verzonnen voor elkaar. Rosa heeft voor haar zelf de naam Snelle Wind verzonnen en Bradley heeft de naam Stoere Buffalo verzonnen. Ook hebben ze een totempaal gemaakt en was er een kampvuur. Ze hebben een Indianenspeurtocht gedaan en een Indianenliedje gezongen en een Indianendans gedaan.
                        

Toemba toemba toemba toemba toemba toemba toemba                                                      
In het bos in het bos wonen Indianen                                                                                        
Als je er ééntje tegen komt dan schieten ze met bananen


Ze hebben het heel erg naar hun zin gehad en waren ook hartstikke moe toen ze thuis kwamen. Even lekker uitrusten dus en op naar het volgende avontuur met Rosa en Bradley.
                            
         en de oude wijze mol


Hallo. ik ben kabouter Christiaan Cornelis. Maar je mag me ook wel Kabouter Chris noemen hoor. Heb je zin om mee te gaan op avontuur? Ik woon in een mooi groot kabouterbos samen met mijn papa, mama en mijn kleine broertje. We hebben een heel mooi huis. Een rode paddenstoel met witte stippen.

Op een dag was Kabouter Christiaan Cornelis aan het wandelen in het bos. Daar ontmoette hij de oude wijze mol.

“Hallo meneer mol. Hoe gaat het met u? Met mij gaat het goed en hoe gaat het met jou Kabouter Christiaan Cornelis? Nou, eigenlijk wel goed. Ik liep een beetje te denken? Waar was je over aan het nadenken? Wie was er nou eerder, de kip of het ei? Loop je daarover na te denken? Ja, en ik kom er maar niet uit. Een kip wordt geboren uit een ei, maar een ei wordt niet eerder gelegd dan dat de kip het ei legt? Weet u hoe dat zit meneer mol? Nou om eerlijk te zijn, weet ik het niet. Dat is 1 van de geheimen van het bos. Heeft het bos veel geheimen? Ja hoor een heleboel.
Hoe is het bos een bos geworden bijvoorbeeld. Hoe komt het dat je in sommige paddenstoelen kunt wonen en in sommige andere paddenstoelen niet. Bij ons in het bos vindt je wel vossen, maar geen tijgers. En in andere bossen vindt je wel tijgers, maar geen vossen. Niemand die daar echt een antwoord op kan geven, ook ik niet. Dank u wel meneer mol voor de hulp.”
“Mag ik u nog wat vragen meneer mol? Maar natuurlijk, stel je vraag maar. Hoe vindt u uw weg beneden en boven de grond? Kijk en daar kan ik wel een antwoord op geven.
Met de haren op mijn snuit en op mijn voorpoten vind ik mijn weg. Met horen, voelen en ruiken weet ik ook precies waar ik ben en waar er regen is en hoe warm / koud het is. Dit is heel makkelijk. Vooral omdat ik zeer slecht kan zien.
Ik vind het niet fijn als het heel erg droog is, maar ik vind het ook niet fijn als er teveel water om me heen is. Ik vind het ook erg leuk om een heleboel gangen te graven onder de grond. Dank u wel meneer mol. Tot de volgende keer!”
En zo had Kabouter Christiaan Cornelis weer wat geleerd.                                        
Tot de volgende keer allemaal!

                               

                                                                                   

zaterdag 2 april 2011

Bradley en Rosa

Op Familiebezoek

Zoals jullie hebben gelezen is de vader van Rosa en Bradley geboren in Suriname en de moeder in Nederland. Vandaag gingen ze op bezoek bij Tante Alicia die in Rotterdam woont.

Met de auto zijn ze op weg gegaan naar Rotterdam. Het was nog een flink stuk rijden. Maar dat maakte Rosa en Bradley niks uit. Zo vaak gingen ze niet met de auto en ze hadden allemaal leuke spelletjes in de auto en Rosa was zelfs in slaap gevallen n de auto.

“Ei (hallo) tante Alicia. Bum (alles goed)? Ja hoor Bradley en met jou en je zusje? Ook Bum tante. Geef je tante is een dikke knuffel en een dikke zoen.”

En die kreeg tante, een heleboel. “Zijn onze neef en nicht er ook tante? Ja hoor, James en Honey zijn er ook. Ze zijn achter in de tuin aan het spelen met verkleedkleren. Oké, dank je wel tante en tot straks.”

En zo gingen ze met z’n vieren spelen in de achtertuin van tante Alicia. Maar de verkleedkleren waar tante het over had zijn eigenlijk de kleren die ze dragen als ze in Suriname zijn. Deze kleding heet kotomisi. Tante draagt deze kleding ook wel eens in huis.

                                                                      
Nadat ze zich hadden verkleed lieten ze zien aan hun ouders en tante hoe ze eruit zagen.
“Moet je eens kijken mama wat mooi. Rosa je bent prachtig en Bradley, jij ziet er ook al zo mooi uit. En Honey en James zijn ook al zo mooi. Als jullie nu eens bij elkaar gaan staan ga ik even een paar foto’s maken van jullie. Ja leuk mam! Mogen James en ik ook met ons tweeën op de foto en Honey en Rosa ook. Dat lijkt ons onwijs cool. Natuurlijk lieverd. Ik ga gauw even mijn fototoestel pakken.”

En zo hadden de neven en nichten gelijk een mooi aandenken. Na de fotoshoot en het verkleden wilden de kinderen gaan tekenen.

“Hé James, willen jij en Bradley de Surinaamse vlag voor Honey en mij tekenen op papier. Alsjeblieft. Wij proberen het wel, maar het wil niet echt lukken. Tuurlijk, dat doe ik wel even. Bradley wil jij me er bij helpen? Dan gaan we een hele grote vlag tekenen met stoepkrijt op de stoep.”
                                         

“En wat vinden jullie ervan meiden? Mooi hoor. Wat kunnen jullie dat goed. Weet je wat ze ook hebben in Suriname? Allemaal wilde dieren. Die leven n het oerwoud. Ik ben vorig jaar met mama en Honey naar Suriname geweest. Dat was echt vet gaaf man! Ik heb voor het eerst in het vliegtuig gezeten en dat vliegtuig heette Surinam Airways. Dat betekend Surinaamse vliegtuigmaatschappij. En samen met Honey hebben we in het Cola meer gezwommen. Colameer? Is dat meer dan gevuld met cola? Nee hoor, maar het is precies dezelfde kleur als de cola die wij hier in Nederland drinken. Wauw, dat is gaaf. Ik wil ook wel een keer zwemmen in dat colameer samen met Rosa. En onze ooms en opa in Suriname hebben op echte vissen gejaagd en ik mocht daar bij zijn. Ik mocht zels helpen de vis in de boot te zetten samen met Honey. Zo cool was dat. En om bij een goede visplek te komen om vissen te vangen moesten we de jungle in. En we hebben echte apen gezien die zomaar van boom tot boom zwaaide. Dat is wel wat anders dan als je hier naar de dierentuin gaat. En het was zelfs zo warm daar dat we buiten sliepen met een klamboe over ons heen. En die klamboe beschermd ons dan tegen al die muggen die daar rond vliegen. En heel heel heel veel zon. Toen we terug in Nederland kwamen was het hier winter. Dat is wel raar hoor. Van een heel warm land naar de winter hier in Nederland. We hebben het onwijs naar ons zin gehad, toch Honey. O, ik hoop dat papa en mama Bradley en mij ook een keer meenemen naar Suriname. Vast wel Rosa, dat weet ik wel zeker.”

Na de hele dag te hebben gespeeld en gekletst met elkaar moesten Bradley en Rosa weer naar huis. Dat vonden ze wel jammer, maar er komt wel weer een volgende keer dat ze naar Tante Alicia in Rotterdam gaan.

Dag allemaal!
Tot de volgende keer!
Met een nieuw avontuur

Volkslied Suriname
http://www.youtube.com/watch?v=26wbSpd44Xg
Kabouter Christiaan Cornelis op bezoek bij opa en oma

Hallo. ik ben kabouter Christiaan Cornelis. Maar je mag me ook wel Kabouter Chris noemen hoor. Heb je zin om mee te gaan op avontuur? Ik woon in een mooi groot kabouterbos samen met mijn papa, mama en mijn kleine broertje. We hebben een heel mooi huis. Een rode paddenstoel met witte stippen.

Op een mooie zonnige dag besloten moeder en vader op de fiets naar opa en oma te gaan. Het was echt heerlijk weer. En de 2 broertjes hadden er heel veel zin in.

“Goedemorgen Christiaan en Basje. Hebben jullie zin om op bezoek te gaan bij opa en oma? Jaaa!!! Leuk!!! Wanneer gaan we? Papa gaat even de fietsen nakijken of de banden wel hard zijn en de fietsstoeltjes goed vast zitten en dan gaan we op weg. Gezellig mama. Mag ik dan achterop bij papa op de fiets? Natuurlijk lieverd.”

En zo ging vader de fietsen nakijken. Hij heeft nog even de banden extra opgepompt en de fietsstoeltjes wat beter vast gezet en toen konden ze op weg. Kabouter Christiaan Cornelis bij papa achterop en Basje bij mama voorop. De opa en oma van Kabouter Christiaan Cornelis, wonen in het volgende dorpje. En dat dorpje heet Onder De Bomen. Hun eigen dorpje heet Aan Het Begin Van Het Grote Kabouterbos. Bij opa en oma aangemkomen……

“Goedemorgen opa en oma.” En opa en oma kregen een dikke kus en een knuffel van kabouter Christiaan Cornelis. “Wat ruik ik voor lekkers oma? Nou Christiaan, ik heb net een verse appeltaart gebakken en ook brood gebakken. Lust jij daar misschien iets van? Ja lekker oma, mag ik het ook allebei? Ja hoor, ik ga het gelijk voor je klaar maken. Kom je me helpen? Dan kunnen we voor papa, mama, opa en Basje ook gelijk wat maken. Zullen we voor Basje alleen een sneetje brood snijden zonder iets erop? Ja oma, dat is een goed plan. Hij kan namelijk nog niet zo goed eten. En oma, mag ik een plakje kaas op mijn sneetje brood? Tuurlijk mijn kind, wil jij even aan papa en mama vragen of ze ook een plakje kaas op hun broodje willen? Is goed oma, ik vraag het gelijk aan ze.”

En zo zaten ze met z’n allen aan brood en gebak. Voor Kabouter Christiaan Cornelis was er een glaasje sap en voor opa, oma, vader en moeder een kopje thee of koffie. Ze hebben er heerlijk van genoten. Ondertussen had Kabouter Christiaan Cornelis de schommelstoel en de wip ontdekt bij opa en oma. Opa had deze namelijk al klaar gezet voor Kabouter Christiaan Cornelis, omdat hij wist dat hij deze wel leuk zou vinden. En de wip was gemaakt van een stevig takje en 2 bladeren. Aan elke kant een blaadje.

“O opa wat fijn dat u de wip heeft klaar gezet. Wilt u met mij komen spelen met de wip? Dat vind ik zo leuk. Natuurlijk kom ik even met je spelen. Niet aan oma vertellen hoor, maar ik vind de wip ook nog steeds erg leuk om op te spelen.”

Na en tijdje zei opa tegen Kabouter Christiaan Cornelis: “Zullen we nu een mooie tekening maken? Ik heb namelijk een beetje pijn aan mijn billen gekregen van de wip.” Kabouter Christiaan Cornelis moest erg lachen om wat opa zei. “Is goed hoor opa, gaat u dan weer een mooie boot en een mooi vliegtuig samen met mij tekenen? Dat is goed Christiaan.”

En zo was Kabouter Christiaan Cornelis heerlijk aan het spelen met opa totdat het tijd was om naar huis te gaan.

Tot de volgende keer!!!